Vrijdag 11 oktober werd door de Provincie Gelderland in het Van der Valk hotel in Tiel de Dag van Gelderland gehouden. Waarom ik naar dit soort bijeenkomsten ga? Je haalt altijd informatie op en zo’n middag is ook een van ontmoeting met nieuwe en met bekende mensen. En ik had me aangemeld voor de sessie over de toekomst van de openbare bibliotheek. Mijn oude vak trekt nog steeds.
Naast interessante gesprekken (zoals met een wethouder ‘van buiten’ van een lokale partij in Doetinchem en kennismaking met de waarnemend burgemeester van Zaltbommel) was er de boeiende lezing van Karen van Oudenhoven- van der Zee (directeur van het Sociaal Cultureel Planbureau) die sprak over maatschappelijke veerkracht en pleitte voor het betrekken van burgers als medebeslissers, niet alleen als adviseurs. Voor de meerderheid van de gemeenteraad in West Betuwe een wel heel uitdagende stelling, zeker gezien de meningen over het burgerberaad. Ik was er volgens mij als enige vanuit die raad trouwens.
De sessie over de bibliotheek van de toekomst leverde mij twee verrassingen op. Gespreksleider was Eppo van Nispen tot Sevenaer, directeur van beeld en geluid, maar in een vorig leven directeur van de openbare bibliotheek Delft. Een van mijn oude werkplekken. Destijds was hij de opvolger van mijn ‘baas’ toen ik daar begin jaren 80 werkte. De centrale bibliotheek zat in een aantal grachtenpanden die onderling verbonden waren met heel veel trappetjes. Onder zijn leiding werd in Delft de openbare bibliotheek nieuwe stijl gebouwd en geopend.
Het meest bijzondere voor mij was die dag echter dat ik Mark Deckers, een van de sprekers van die sessie, persoonlijk ontmoette. Ik volgen hem al een aantal jaren op social media. We ontdekten zowaar een connectie in het verleden (de openbare bibliotheek in Neede). Hij vertelde er zelf over op Linkedin, voelde me daardoor vereerd:
‘Gisteren had ik de eer te mogen spreken tijdens de Dag van Gelderland. Een groot evenement voor relaties van de provincie Gelderland. Een gezelschap van gedeputeerden, statenleden, wethouders, gemeentesecretarissen en nog meer belangrijke mensen. Ik heb er vele gesproken. Maar het leukste? Dat is deze krullenbol naast me. Het is Rita. Ze zat bij me in de zaal. Ze is nu raadslid in West Betuwe. Maar begin jaren ‘80 was ze de bibliothecaris van Neede, de bibliotheek van mijn jeugd. De bibliotheek waar ik platen leende, mijn eerste geschiedenisboeken en de boeken van Campert, Van Kooten, Biesheuvel en mijn eerste fotoboeken. Allemaal zaken die mijn identiteit vormden. Wie weet hoeveel jongens en meisjes Rita zo geholpen heeft. Leve de Rita’s! Leve de bibliothecarissen!’
We bleken ook dezelfde werkgever gehad te hebben. Wat in het verleden de Provinciale Bibliotheekcentrale heette. Hij werkt nu bij de opvolger van die organisatie, Rijnbrink. Vorig jaar werd het 75-jarige bestaan gevierd (van pionier op het platteland tot partner in het cultureel en sociaal domein) en schreef hij het jubileumboek. Hij stuurde het mij met de post, met nog een boek van zijn hand over mejuffrouw Gehner die als enige openbare bibliotheekdirecteur in de oorlog uit principe haar werk neerlegde.