Geef mij maar paddenstoelen!

IMG_1832Ik dacht dat ze niet meer bestonden, die ANWB paddenstoelen die fietsers de weg wijzen. Ik herinnerde ze mij van vroeger, maar bij ons thuis in de West-Betuwe ben ik ze niet tegengekomen. Ook in de grote stad, waar ik de eerste ruim dertig jaar van mijn leven doorbracht waren ze volgens mij een onbekend fenomeen. ANWB paddenstoelen staan voor mij synoniem aan het fietsen in de vrije natuur gevoel. En tijdens onze vakantie in Twente struikelden we er over. Nou ja, struikelen is als je fietst natuurlijk niet het goede woord maar dit moet natuurlijk ook niet al te letterlijk worden genomen. Het is denk ik wel duidelijk wat ik bedoel.

In Nederland zijn heel wat fietsroutes uitgezet. Er is zelfs een heus fietsknooppunten netwerk waarvan het de bedoeling is dat dit over Nederland wordt uitgerold. Een paar jaar geleden waren wij hier in Tricht en omgeving ook aan de beurt en verschenen overal paaltjes met nummers en op sommige plekken ‘knooppunten’ borden met plattegronden. Ook in mijn dorpje Tricht. En er werden zogenaamde ‘top’s’ gerealiseerd. Toeristische overstap punten waar je je auto parkeert en de fietsen van de fietsendragers haalt om vervolgens een fietsroute naar keuze te volgen. Met behulp van al die nummers. In de gemeente Geldermalsen hebben we ook zo’n Top, bij het pannenkoekenrestaurant de Stapelbakker op Mariënwaerdt in Beesd.

Op de een of andere manier heeft deze manier van bewegwijzering mij altijd een beetje tegengestaan. Waarom? Daar kon ik nooit precies de vinger op leggen. Tot wij deze zomer in het Overijsselse Diepenheim op de camping stonden, een fiets huurden en ik eropuit trok voor tochtjes in de omgeving. Het was niet alleen genieten van de rust en de natuur, ook een beetje een geval van ‘memory lane’. In een toch alweer enigszins ver verleden woonde ik namelijk in het nabij Diepenheim gelegen plaatsje Goor. En reed ik vlak langs de camping (die toen vast nog niet bestond) over de weg van Goor naar het Achterhoekse Neede. Want daar was ik werkzaam bij de plaatselijke openbare bibliotheek. In wat destijds een tweelingbaan heette (samen met mijn ’tweeling’ Jan Kalsbeek was ik hoofd van de bibliotheek) en nu bekend is als duobaan. Heel vooruitstrevend trouwens daar in het Achterhoekse van dertig jaar geleden. Het was zelfs zo vooruitstrevend dat ik na de geboorte van de oudste hem gewoon mee mocht nemen naar mijn werk. Wat ook wel zo’n beetje de enige manier was om te kunnen blijven werken want van kinderopvang hadden ze toen nog geen kaas gegeten in die contreien.

Maar ik dwaal af.

Ik wilde het hebben over het fietsknooppunten netwerk dat vanuit België (waar het idee geboren is)ook Nederland aan het veroveren is. En wat bij mij enige aversie opriep waar ik de reden niet zo van kon bedenken. Tot ik weer zo’n mooie ANWB paddenstoel tegenkwam toen ik vanaf onze camping naar mijn voormalige woonplaats Goor wilde fietsen. Enigszins verweerd wit met rode pijlen die de weg wezen richting de daarboven vermeldde plaatsen met achter die plaatsnamen het aantal nog te fietsen kilometers. En dan niet afgerond op hele kilometers. Nee, het werd mij duidelijk dat het vanaf de camping 6,4 kilometer fietsen was naar Goor. Iets verderop bij de volgende paddenstoel was het nog maar 6,0 kilometer, en weer iets verder 5,4 kilometer. Heerlijk, ik fietste naar een echte plaatsnaam en niet louter een nummer. En het aantal te fietsen kilometers werd mij ook nog eens vrij nauwkeurig verteld. Toen drong het opeens tot mij door waarom dat fietsknooppunten netwerk mij zo tegen staat. Het is zo onpersoonlijk om van nummer tot nummer te rijden. Je weet niet eens meer waar je bent. Met behulp van de ANWB paddenstoelen doe je echter automatisch geografische kennis op. Heb je een beeld van je plek en je verplaatsingen op de aardrijkskundige kaart. Heerlijk educatief en dat gecombineerd met een beetje sportief bezig zijn.

Geef mij dus maar van die paddenstoelen!