Niet alleen een aantal nieuwe raads- en commissieleden moet zich nog flink inwerken in de complexe materie van de transities: de grote veranderingen op het gebied van zorg, welzijn en inkomen. Hetzelfde gaat op voor de nieuw verantwoordelijk wethouder voor zorg en welzijn. Hoewel het huidige college van burgemeester en wethouders voor het grootste deel een voorzetting is van het vorige, heeft de nieuwe coalitie in Geldermalsen besloten om fors te schuiven in de ‘portefeuilles’ van die wethouders. Wat de continuïteit helaas niet ten goede lijkt te komen. De drie grote transities (eigenlijk vier als we de nieuwe wet op het passend onderwijs meerekenen) hebben allemaal een andere wethouder als politiek eerstverantwoordelijke gekregen.
De toekomst zal moeten uitwijzen of dit een wijze beslissing is geweest.
In de commissie samenleving van 6 mei vergaloppeerde wethouder Wiendels zich tijdens de commissie samenleving in ieder geval meermaals. Toen hij daarop aangesproken werd leverde dit dan ook meerdere malen excuses van zijn kant op.
Belangrijk agendapunt betrof het opzetten van sociale wijkteams, in Geldermalsen worden deze kernteams genoemd. Groeinota.Sociaal_Kernteams_S_14.006074_1 Waarvan de wethouder ‘hoopte’ dat zij op 1 januari 2015 klaar zijn voor de nieuwe taken. Ik gaf aan dat hopen natuurlijk volstrekt onvoldoende is. De gemeente dient dan gewoon klaar te zijn. Punt. Een valse start dus voor de wethouder die ook later tijdens de vergadering moeite had vragen die onder de commissieleden leefden afdoende te beantwoorden. Of het beantwoorden van politiek getinte vragen aan ambtenaren overliet. Wat mede mogelijk was doordat de commissie met een nieuwe en onervaren voorzitter werkt. Wat onder de commissieleden weer tot ongenoegen over dat – soms niet onafhankelijke – voorzitterschap leidde. Het was wellicht maar goed dat er amper pers aanwezig was om hier verslag van te doen. Alhoewel het ook treurig stemt dat er zo weinig aandacht vanuit de journalistiek is. Want hoe wordt de burger nu goed en vooral ook onafhankelijk geïnformeerd over de voorbereidingen op wat wel eens de grootste omschakeling in gemeenteland zal blijken te zijn.
Onder de raadsleden bleek in ieder geval nog veel onduidelijk te zijn over de werking van de kernteams. Zoals wie nu dat kernteam aanstuurt, en komt er nu een of komen er toch twee? In hoeverre wordt het werk aan de professionals overgelaten en gaat het om de kwaliteit, het leveren van de juiste zorg? Of heeft de gemeente via bijvoorbeeld de Wmo consulent in het kernteam met een financieel oogmerk een extra vinger in de pap? Ik heb ook gewaarschuwd voor een teveel aan bureaucratie toen de noodzaak tot het opstellen van protocollen de revue passeerde. Wellicht is het een typisch Nederlandse reflex om op veranderingen en onzekerheden te reageren met het stellen van allerlei ‘controlerende’ regels, belangrijk uitgangspunt van de transities is toch echt dat we professionals de ruimte geven en hen niet met allerlei regelgeving opzadelen.
Onduidelijk was ook nog steeds hoe en vooral wanneer het kernteam voor onze inwoners zichtbaar en toegankelijk is. Dat lijkt nu oktober te worden, wat toch wel rijkelijk laat is om te kunnen proefdraaien. In de regiogemeente Neder Betuwe doet men al sinds vorig jaar ervaring op met het werken met sociale wijkteams. De ervaring in den lande leert bovendien dat het al snel een tot twee jaar duurt voor de leden van een sociaal wijkteam goed op elkaar zijn ingespeeld.
En hoe weten we eigenlijk of het inzetten van kernteams ook daadwerkelijk preventief werkt? Hoe zorgen we voor kwaliteit? Hoe voorkomen we budgetoverschrijding? Oftewel: hoe kunnen wij als gemeenteraad bepalen of het werken met kernteams een succes is? Vragen die kennelijk nog steeds niet te beantwoorden zijn.
Op mijn vraag of er wellicht tijdelijk meer geld nodig is zodat de afdeling met meer mensen aan dit dossier kan werken kwam geen reactie van de wethouder. Slechts de SGP gaf zeer voorzichtig aan hier ook wellicht behoefte aan te hebben. Bij de andere partijen was het oorverdovend stil.
Dit alles liet helaas weinig tijd over voor de bespreking van het volgende agendapunt: de lokale sturing, bekostiging en inkoop Jeugdzorg en AWBZ Wmo. lokale_sturing_Geldermalsen_S_14.005854_7 Waarbij ik namens D66 wel vraagtekens zette bij het voorstel om voor kortdurende hulp door vrijgevestigde eerstelijns psychologen en pedagogen alleen PGB met trekkingsrecht in te willen inzetten. Hoewel we een groot voorstander zijn van de mogelijkheid tot PGB is juist dit instrument lang niet altijd geschikt voor kortdurende hulp.
Daarnaast heb ik gesteld het erg jammer te vinden dat de Geldermalsense WMO raad geen tijd kreeg om advies te geven, dat er geen juridisch advies etc. is gegeven en dat het lokale werkveld op het gebied van Wmo en jeugdzorg niet geraadpleegd is over de nota. Dit was allemaal te wijten aan de tijdsdruk.
Tijdsdruk speelt kennelijk bij alles en op alle niveaus. Tijdsdruk lijkt helaas, naast onervarenheid van raadsleden en wethouders en de zorgen over de financiële haalbaarheid, een van de grootste belemmeringen voor een goede invoering van de transities te zijn geworden. En dan heb ik het nog niet eens gehad over het probleem van (het gebrek aan) goede sturings- en controle mogelijkheden van de gekozen volksvertegenwoordigers die wij gemeenteraadsleden zijn. De zogenaamde democratische legitimiteit. Die staat namelijk door de vele verschillende samenwerkingsverbanden die vanwege de transities tussen gemeenten ontstaan onder grote druk. Waardoor je je afvraagt waarom het kabinet in Den Haag niet heeft besloten de invoering van de transities een jaar uit te stellen. Dan had naast een zorgvuldiger voorbereiding wellicht ook draagvlak voor een goede oplossing voor dat probleem van die democratische legitimiteit gevonden kunnen worden.