Historicus Rutger Bregman richtte zich woensdag 29 januari tot alle Nederlanders met ‘Het water komt’. Hij wijst op de noodzaak nu besluiten te nemen om te voorkomen dat ons land voor een groot deel volloopt met water. Anderhalve dag eerder kwam ik samen met andere raadsleden uit de gemeenten in de regio Rivierenland naar het stadhuis van Culemborg om geïnformeerd te worden over het zogenaamde concept Regionale Energiestrategie (RES) bod. We zouden te horen krijgen wat we in Rivierenland gaan doen om het water, waarover Bregman het heeft in zijn brief, tegen te houden. Ik ging daar weg met een enorme kater.
Het voorstel dat de stuurgroep RES Rivierenland (met daarin wethouders van de Rivierenlandse gemeenten) durfde te presenteren was ronduit teleurstellend. In het concept zijn alleen die windmolens en zonneparken opgenomen die al gebouwd zijn of een vergunning hebben. In totaal 35 windmolens en 180 hectare zonneparken (de zonnepanelen op daken vallen niet onder de RES). Bij elkaar zorgen ze voor een reductie van slechts 26% CO2. In feite was ik boos, wat ik toch echt niet snel ben.
Al vanaf 2018 wordt er in de regiogemeenten gepraat en onderzocht met inwoners en raadsleden (bijvoorbeeld in ruimte ateliers) over het opwekken van groene energie t.b.v. CO2-reductie. Immers, er staat ons een grote opgave te wachten. In 2030 moeten we een reductie van maar liefst 49% ten opzichte van 1990 zien te halen. In juni moeten we in het concept RES bod laten zien hoe we dat in Rivierenland denken te bereiken. Met 26% zijn we er bij lange na nog niet. En hoe we in 2030 de benodigde 49% gaan behalen blijft koffiedik kijken want de stuurgroep durft geen voorstellen te doen over hoe en vooral ook waar de benodigde windmolens en zonneparken zouden kunnen komen. In het volgende RES plan, medio 2021, denkt de stuurgroep nog een volgende stap te kunnen maken met nog eens 30 windmolens en 280 hectare zonneparken. Samen met die uit de concept RES gaat dit een reductie van 37% in 2030 opleveren. Nog steeds geen 49% en nog steeds geen indicatie van waar.
Helaas wordt de noodzaak tot CO2-reductie nog steeds door velen ontkent dan wel niet urgent gevonden. Of men vindt maatregelen wel nodig maar niet in de eigen gemeente. Of er is uitstelgedrag uit angst voor weerstand onder inwoners tegen het verrijzen van windmolens en de aanleg van zonneparken in hun directe leefomgeving. Ik zie dit in West Betuwe gebeuren maar gezien wat ik hoor over hoe andere regio’s in Nederland hun RES invullen zijn ook daar de (lokale) bestuurders ‘besmet’.
Precies 25 jaar nadat de badkuip Rivierenland bijna was volgelopen, en we met z’n ruim tweehonderdduizenden moesten evacueren, lijken de reële risico’s van klimaatverandering en de noodzaak tot actie nog steeds niet voldoende doorgedrongen te zijn. In ieder geval niet bij de bestuurders die besluiten moeten voorstellen. Ze durven (nog) niet de benodigde stappen in gang te zetten. En dat neem ik ze kwalijk. Wij raadsleden mochten wel discussiëren over soorten locaties die geschikt zouden zijn maar vooral geen specifieke locaties noemen want dat zou onrust kunnen veroorzaken, zo was de impliciete boodschap waarmee we in groepjes op pad gestuurd werden.
Op 19 februari gaan we dit proces nog eens dunnetjes over doen in West Betuwe. Als we dan naar de ambitie voor de gemeente West Betuwe kijken om al in 2030 energie neutraal te willen zijn, 20 jaar eerder dan het landelijke streven, dan lijkt er niets anders op te zitten dan een West Betuwse RES op te stellen waarmee we in ieder geval onze eigen ambities waarmaken. En voor wie moeite heeft met knopen doorhakken en locaties bepalen? Misschien helpt een lokale burgertop. In Ierland hebben ze daar goede ervaringen mee. De uitkomsten zullen echter niet verrassen, denk ik. Met een beetje gezond verstand komen ze er vast wel uit. Dat hebben de lokale ruimteateliers (in feite een aantal mini-burgertopjes) in feite al bewezen.