Laten we wat (autisme) vriendelijker zijn voor elkaar

Over

https://www.eo.nl/tv/een-buitengewoon-gesprek/overzicht

In het televisieprogramma ‘Een buitengewoon gesprek’ van de Evangelische Omroep (EO), dat zondagavond 12 januari werd uitgezonden, liet cabaretier Youp van ’t Hek zich interviewen door een groep hiervoor speciaal opgeleide journalisten, allen met autisme. Ik had de promo wel langs zien komen maar nog niet gekeken toen er online en in media al een felle discussie losbarstte over deze uitzending. Van mensen die het prachtig en ontroerend vonden tot mensen die vonden dat door dit programma mensen met autisme voor ‘debielen’ zouden worden uitgemaakt.

De Nederlandse Vereniging voor Autisme (NVA) deed ook een duit in het zakje in deze discussie met een bericht op de website dat ook via social media werd verspreid. Het programma van de EO versterkte volgens de NVA ouderwetse vooroordelen en zette autisme neer als entertainment ‘terwijl het een kans was om te laten zien hoe divers het autismespectrum is en welke uitdagingen mensen met autisme dagelijks tegenkomen. Door deze eenzijdige beeldvorming krijgen mensen met autisme vaker te maken met onbegrip, bijvoorbeeld als ze om ondersteuning vragen op hun werk of opleiding. Dit staat echte inclusie in de weg en beperkt de ruimte in onze maatschappij voor mensen met autisme,’ aldus NVA-directeur Caroline Verkerk.

Veel ouders van kinderen met autisme en verstandelijke beperking hebben zich gestoord aan deze reactie van de NVA. Zij vinden, en spreken dan uit eigen ervaring, dat het programma juist een goed beeld geeft van mensen met autisme en een (licht) verstandelijke beperking.

Aan de andere kant van het spectrum zit cabaretier Fabian Franciscus (tevens een van de ambassadeurs van de NVA) die zelfs een petitie startte omdat hij vindt dat ‘de NPO en een groot deel van de politiek helaas mensen met autisme (ASS) en andere psychische aandoeningen nog steeds weg zetten als mensen die niets kunnen, wellicht één gek talent hebben maar toch vooral best ‘debiel’ zijn of in ieder geval zeer laag functioneren’. Hij wil dat discriminatie op basis van neurodiversiteit en psychische uitdagingen toegevoegd wordt aan artikel 1 van de Grondwet en ook verder uitgewerkt wordt in andere wetgeving en (media)beleid.

Aan de NVA expertgroep Autisme en verstandelijke beperking, waarvan ik sinds kort de voorzitter mag zijn, werd (via social media) gevraagd of wij dat standpunt van de NVA delen. Alle reden dus om het programma terug te kijken (lang leve NPOstart) want eerst maar eens zien waar mensen zich nu zo druk over maakten. Zelf ben ik meer van de school, eerst maar eens laten bezinken (zeg maar eerst tot tien tellen) en het van meerdere kanten bekijken voor je reageert.

Samen met mijn man ben ik er voor gaan zitten (wij zijn ouders van een dochter met autisme en een verstandelijke beperking, haar IQ varieerde bij diverse testen tussen de 25 en 74 afhankelijk van hoe goed zij in haar vel zat). We evalueerden daarna samen wat we gezien hadden. Het leek ons dat het IQ van de ‘journalisten’ waarschijnlijk varieerde van licht verstandelijk beperkt tot een normaal IQ. Dat is echter niet zeker want jammer genoeg gaven de programmamakers hier geen uitsluitsel over. Dat andere ouders van mensen met autisme en een verstandelijk beperking het juist een mooi programma vonden is te begrijpen. Het was ontroerend om te zien hoe ondanks hun autisme (of dankzij?) deze journalisten het podium namen. De persiflage op ‘Flappie’ was prachtig al was het ook bitterzoet omdat de tekst duidelijk maakte dat de zangeres vanwege haar autisme een traumatische schooltijd achter de rug had.

Sinds bijna 30 jaar geleden onze jongste dochter de diagnose autisme kreeg heb ik een hele reis gemaakt voor wat betreft kennis over deze ‘beperking’ en die van onze dochter in het bijzonder. De wetenschappelijke inzichten over autisme zijn regelmatig bijgesteld en het label (diagnose) dat mijn dochter had veranderde van ‘PDD-NOS active but odd’ in ASS (autisme spectrum stoornis).

Ik krijg een beetje de kriebels van al die labels en ook van over hoe er, zonder kennis van zaken, over autisme gedacht en gesproken wordt. Een ding weet ik zeker. Zo verschillend als mensen zonder autisme zijn, zo verschillend zijn ook mensen met autisme. Binnen het spectrum van ASS is een enorme variatie aan mensen, gedragingen en wensen. Daarin ben ik het helemaal eens met Caroline Verkerk. En dat het hebben van of leven met autisme vaak, maar niet altijd, een uitdaging is vind ik ook. Net als dat in de beeldvorming vaak een heel verkeerd en vaak stereotype beeld geschetst wordt van mensen met autisme.

Ondanks die kritiek heb ik als ‘ouder van’ met bewondering naar de journalisten van ‘Een buitengewoon gesprek’ gekeken. Die puurheid zie je niet vaak. Dat zij deel uitmaken van een veel grotere groep mensen met autisme, van laag tot zeer hoog functionerend, had echter beter uitgelegd kunnen worden. Ik begrijp de angst van mensen, zoals Fabian Franciscus, dat zij hier last van krijgen. Helaas helpt het dan niet om te spreken over ‘debiel’. Vroeger was het misschien gewoon om mensen met een licht verstandelijke beperking zo te noemen, nu is dat toch echt alleen maar een gemeen scheldwoord. Veel (ouders van) mensen met autisme en een (licht) verstandelijke beperking hebben zich daaraan gestoord.

Het lijkt alsof er een strijd gaande is binnen het spectrum. Aangezwengeld door de discussies rondom ABA therapieën en nu weer oplaaiend naar aanleiding van het EO programma. Misschien past dit bij deze tijd, waarin polarisatie hoogtij viert. Daarin blijken mensen met en mensen zonder autisme dus toch ook weer niet zo van elkaar te verschillen.

Door die – mede door social media snel oplopende – polarisatie is het voor een belangenorganisatie zoals de NVA, die juist een grote groep heel verschillende mensen vertegenwoordigd, wel heel lastig manoeuvreren. Er wordt van je verwacht dat je direct stelling neemt. Dan kan je wel eens een beetje kort door de bocht reageren en door het steunen van de ene groep een andere groep onbedoeld kwetsen. Zoals door de reactie op ‘Een buitengewoon gesprek’ (ouders van) mensen met autisme en een verstandelijke beperking.

Misschien is het een idee dat de NVA contact met de programmamakers zoekt. De volgende afleveringen worden pas in april uitgezonden. Dat biedt wellicht kans om de blik van die programmamakers en die van het publiek te verbreden en hen te laten ervaren hoe divers het autismespectrum is. Met meer kennis over en daardoor meer begrip voor autisme als resultaat. En hopelijk wordt de samenleving dan wat autismevriendelijker. Daar zijn wij denk ik allemaal bij gebaat.

Polarisatie was het woord van het jaar 2024 – laten we in 2025 voor het woord autismevriendelijk kiezen, met elkaar iets minder uit de bocht vliegen in onze reacties en vooral ruimte zoeken en laten voor de verschillen. Laten we wat meer begrip hebben voor elkaar, vooral ook als (ouders van) mensen met autisme onder elkaar. Samen bereiken we vast meer.

Mijn motie voorrangsregeling, oftewel ‘Kernbinding’, is unaniem aangenomen!

Namens D66 West Betuwe nam ik het initiatief tot de zogenaamde motie voorrangsregeling. Daarmee vroegen we het college om weer kernbinding in te voeren bij de woningbouw. Ik ben heel blij dat deze motie door de voltallige gemeenteraad werd mee ingediend en dus unaniem is aangenomen.

Kernbinding betekent dat mensen met een maatschappelijke of economische binding aan een bepaalde kern voorrang krijgen bij woningtoewijzing. In het verleden was dit bij de voormalige gemeente Geldermalsen voor sociale huurwoningen het geval. Het maakte onder andere mogelijk dat jongeren een woonstart konden maken in hun eigen dorp. Maar ook bij scheidingen hielp het dat beide ouders, en daarmee hun kinderen, in de eigen woonomgeving konden blijven wonen. De specifieke voorwaarden voor kernbinding kunnen per gemeente bepaald worden. En kernbinding is sinds dit jaar naast voor sociale huurwoningen ook mogelijk voor het aanbod van goedkope en betaalbare koopwoningen. Er moet wel aangetoond kunnen worden dat er ‘nood’ is.

Dat er een wooncrisis is in Nederland zal niemand ontgaan zijn. Er komen al jaren heel weinig sociale huurwoningen en goedkope/betaalbare koopwoningen beschikbaar. Met name in de kleinere kernen in West Betuwe is de nood hoog. Daarin zijn we niet uniek. Het speelt net zo goed in vergelijkbare gemeenten met kleine kernen elders in Nederland. Bijvoorbeeld op de Veluwe en op Tholen. Daar blijkt het fenomeen ‘kernbinding’ te helpen om jongeren en ouderen in kleine kernen meer kans te bieden om geschikte woonruimte in de eigen woonomgeving te vinden.

Het is dan ook al langere tijd een uitdrukkelijke wens van de hele gemeenteraad om weer kernbinding in te voeren bij woningtoewijzingen. In ieder geval in de kleinere kernen. Op de een of andere manier lijkt dat maar niet van de grond te komen.

Uit een onlangs gepresenteerd onderzoek blijkt dat er een oplopende druk is op de woningmarkt in West Betuwe. We hebben slechts 21% huurwoningen ipv de 30% die we zouden moeten hebben. Er komen weinig sociale huurwoningen vrij terwijl steeds meer mensen op die weinige vrijkomende woningen reageren. Zij maken daardoor steeds minder kans op een woning, laat staan een woning in de door hen gewenste woonomgeving. En dat speelt in de hele regio. Bij koopwoningen is het niet beter. Er zijn vrijwel geen goedkope en betaalbare woningen beschikbaar. Laat staan in de kleinere kernen waar tot op heden weinig goedkope en betaalbare woningen gebouwd worden.

Helaas was het onderzoek niet op kernniveau uitgevoerd. Er is alleen West Betuwe breed gekeken. Dat geeft door grote bouwplannen zoals in de wijk de Plantage in Meteren een vertekend beeld. Waardoor volgens de onderzoekers niet goed onderbouwd kan worden dat voor de kleinere kernen kernbinding ingevoerd zou kunnen worden.

Het uitblijven van de bouw van zowel sociale huurwoningen als goedkope en betaalbare koopwoningen zet in die kleinere kernen de leefbaarheid extra onder druk. Jongeren maar ook ouderen worden gedwongen buiten hun vertrouwde omgeving en ver van hun netwerk passende woonruimte te zoeken. Dat is vaak een aderlating voor het lokale verenigingsleven en daarmee ook de leefbaarheid in die kleinere kernen.

Vandaar onze motie waarin we het college vragen om zsm te zorgen voor een onderbouwing van de noodzaak tot invoering van kernbinding, kernbinding op te nemen in de ook zsm op te stellen lokale huisvestingsverordening en uit te werken in beleidsregels en hiervoor ook de woonvisie aan te passen. Dit alles in samenspraak met de raad.

We houden de voortgang nauwlettend in de gaten. In het nieuwe jaar buigen we ons er met een aantal andere raadsleden en ambtenaren in een expertgroep over hoe we die kernbinding weer mogelijk gaan maken in West Betuwe.

Reflectie op de uitvoering van de spreidingswet in West Betuwe

Kunnen we nog wel trots zijn op onze joods-christelijke tradities?

Samen met raads- en burgerraadsleden van een aantal andere politieke partijen uit West Betuwe stonden ons burgerraadslid Pieter van Zoest en ik maandagavond 28 oktober bij de Burght van Haeften. Daar wilden burgemeester Stoop en onze wethouder Jan de Geus, die de opvang van vluchtelingen en statushouders in zijn portefeuille heeft, inwoners informeren over het voornemen om een opvanglocatie voor 150 vluchtelingen tussen Tuil en Haaften aan te wijzen. Dit in het kader van de spreidingswet. Als inwoner van Tuil had dit natuurlijk Pieters bijzondere belangstelling.

Een paar dagen eerder was ik bij de bijeenkomst waarin omwonenden werden geïnformeerd over het aanwijzen van een opvanglocatie aan de Meersteeg in Geldermalsen, ook voor 150 vluchtelingen. In De Pluk in Geldermalsen was alle ruimte voor vragen en antwoorden. Er ontstond meer begrip voor de keuzes waar het gemeentebestuur voor staat. Zeker ook tijdens het informeel nabespreken onder het genot van een drankje. Ach, die mensen moeten toch ook een fatsoenlijke plek hebben, zo vond een van de aanwezigen. Zorgen waren er wel maar die kwamen op tafel en worden serieus genomen beloofde de burgemeester.

De bijeenkomst in Haaften, ook bedoeld voor de direct omwonenden, verliep door de opgestookte onrust totaal anders. Onrust nota bene nog eens aangewakkerd door een Tweede kamerlid met een wijd verspreid filmpje op social media die zelf zijn gezicht die avond niet liet zien. Er kwamen totaal onacceptabele dreigementen richting onze burgemeester, wethouder en ook onze ambtenaren. Waardoor uit veiligheidsoogpunt een echt gesprek, zoals in Geldermalsen, onmogelijk bleek.

Er waren niet alleen direct omwonenden gekomen. De uitnodigingbrief bleek verder verspreid te zijn. Een normaal gesprek voeren, zoals in Geldermalsen wel mogelijk was, kon daardoor niet plaats vinden. Het paste niet in de Burght. Bijzonder was de aanwezigheid van mensen die helemaal niet uit Haaften kwamen. Zoals een vrouw die uit de gemeente Vijfheerenlanden bleek te komen. ‘Ik steun de inwoners van Haaften tegen die opvang’, liet zij weten.

Gelukkig viel de optocht die aangekondigd was om vanaf de voetbalvelden naar de Burght te komen in aantal mensen reuze mee. En hoewel er een enkele keer door iemand boos geroepen werd, het applaus dat zij dan kregen kwam van niet meer dan een derde van de aanwezigen. De meeste mensen wilden gewoon meer informatie.

De burgemeester beantwoorde vragen staande vanaf een aanhanger waardoor hij zichtbaar was voor het publiek. Hij werd geflankeerd door Jan en de gemeentelijke projectleider voor de beoogde opvanglocaties. Aan de rand van het parkeerterrein werd een paar keer zwaar vuurwerk afgestoken – enorme knallen – maar daar liet niemand zich door wegjagen.

Na de beantwoording van een aantal vragen uit het publiek trokken de burgemeester en zijn metgezellen zich terug naar binnen en was de bijeenkomst plotseling beëindigd. Het publiek enigszins in verwarring en teleurstelling achterlatend. In de buurt was weer zwaar vuurwerk te horen. Desondanks werd er nog wat nagepraat en langzaamaan vertrok iedereen. Pieter en ik vertrokken als laatsten. Het parkeerterrein bij de Burght verlaten achterlatend.

De bijeenkomst liep dus met een enorme sisser af.

Later begreep ik dat er tijdens het vragen stellen door politie ook een aantal personen was gesignaleerd die bekend stonden als voetbalhooligans en die waarschijnlijk uit waren op een relletje. Dat was ons – gelukkig – niet opgevallen. Uit veiligheidsoverwegingen werd de bijeenkomst ingekort. Op zo’n moment wordt ook een burgemeester geleefd door de mensen die verantwoordelijk zijn voor zijn veiligheid.

De zaterdag daarvoor was in Geldermalsen een barbecue van bewoners van Gerdina’s Hof voor omwonenden van deze tijdelijke woonlocatie voor Oekraïners en statushouders ook al afgelast. Dit vanwege oproepen op sociale media om de barbecue, die bedoeld was voor de onderlinge ontmoeting in de buurt, te verstoren.

Dat gebeurt dus allemaal ook gewoon in ons mooie West Betuwe.

Een paar dagen na de bijeenkomst in Haaften kwam ik een van de omwonenden van de mogelijke opvanglocatie aan de Meersteeg in Geldermalsen tegen en we maakten een praatje terwijl hij op zijn afspraak zat te wachten. Hoewel hij persoonlijk niet zat te wachten op de opvanglocatie bij hem in de straat was hij verbaasd over het verloop van de avond in Haaften. Want in Geldermalsen was de avond juist zo goed verlopen.

Zo zie je hoe als mensen een paar dagen de tijd hebben om onrust aan te jagen dat het verschil kan maken.

Hoe het nu verder gaat met de opvanglocaties is helemaal afhankelijk van hoe het verder gaat met de spreidingswet. En als er 1 onzekere factor is dan is dat wel het beleid vanuit Den Haag. Als gemeenteraad hebben we wel de afspraak dat we zo lang de spreidingswet van kracht is we ook gewoon de voorbereidingen doen die nodig zijn, zonder definitieve besluiten te nemen.

Mocht de spreidingswet van kracht blijven dan duurt het ook nog heel lang voor een locatie in gebruik genomen wordt. Want er moet nog van alles onderzocht worden. Het zou ook nog kunnen dat naar aanleiding daarvan een of beide locaties afvallen. En dan kunnen we weer van voren af aan beginnen.

In plaats van het aanpakken van de echte crisissen die er in Nederland zijn, klimaat, landbouw en wonen, wordt door de huidige regering alle energie gestoken in een niet bestaande asielcrisis. We hebben wel een opvangcrisis veroorzaakt door de jarenlange bezuinigingen bij de IND en het COA. En een tekort aan sociale huurwoningen in heel het land. Met daardoor grote achterstanden in het verlenen van verblijfsstatussen. Het steeds weer afschalen van opvanglocaties. En het vele gesleep met mensen, volwassenen en kinderen, van het ene naar het andere AZC of noodlocatie. En in plaats van dat te erkennen en te investeren in IND, COA en fatsoenlijke opvanglocaties en de bouw van meer sociale huurwoningen mogelijk te maken wordt gewezen naar de vluchteling als oorzaak van de echte crisissen.

Het stemt droevig.

In het huidige ‘asiel’ klimaat zal een oproep van onze kant om over de opvang van vluchtelingen zelf zo nodig andere keuzes dan in Den Haag te maken hier niet in vruchtbare aarde vallen. Dat betreuren wij. Want mensen in nood verdienen onze steun en een menselijke opvang. En gemeenten die dat al jaren wel bieden, met name in het noorden des lands, verdienen onze steun. Het is onbegrijpelijk dat een meerderheid in veel gemeenten niet solidair wil zijn met deze gemeenten. In West Betuwe moeten we toch op de ruim 50.000 inwoners toch 300 mensen een veilig en menselijk onderkomen kunnen bieden. Nota bene maar 0,6 % op het totaal dus.

Wie dan nog trots wijst naar de joods-christelijke tradities van onze samenleving moet zich diep schamen.

Op de bres voor de minima

Hoe we als D66 West Betuwe een eigen financiële bijdrage in de zorg voor inwoners met een laag inkomen wisten te voorkomen

In West Betuwe hebben we een redelijk ruimhartig minimabeleid. Mensen die een inkomen hebben onder 120% van het minimum kunnen aanspraak maken op extra geld voor bijvoorbeeld cultuur en sport en ook is er een vrijstelling voor het betalen van een eigen bijdrage als je hulp ontvangt in het kader van de WMO (bijvoorbeeld huishoudelijke hulp). In sommige gemeenten is de grens 130 % maar ik ben blij dat we in West Betuwe in ieder geval die 120 % hebben weten te behouden.

Toch ging het donderdagavond 7 november bij de begrotingsbehandeling bijna mis voor wat betreft die ‘tegemoetkoming eigen bijdrage WMO’. Het ging om het voorstel in de begroting over de eigen bijdrage regeling voor de WMO vanaf 2025 en de daarop volgende jaren. In feite wordt hiermee al vooruit gelopen op een landelijke  wetswijziging die het vragen van een inkomensafhankelijk bijdrage mogelijk moet maken. Die wet moet trouwens nog gemaakt worden en we weten niet of/wanneer die komt en hoe die er uit gaat zien.

Ik had er al langere tijd een niet pluis gevoel over maar kon er niet goed de vinger op leggen. Na herhaaldelijke vragen bleek dat er toch een noodgreep gemaakt moest worden om te voorkomen dat minima vanaf januari die eigen bijdrage zouden moeten betalen.

De aanname voor de toekomst is dat we mensen met een hoger inkomen ook meer dan 20 euro eigen bijdrage per maand mogen gaan vragen, afhankelijk van hun inkomen dus. Op zich niets mis mee maar er was toch wel even paniek toen duidelijk werd dat er  in de begroting toch van uit werd gegaan dat ook minima eigen bijdragen zouden moeten betalen voor WMO ondersteuning.

Het gaat dan om rond de 250 euro per jaar. Dat lijkt misschien niet veel maar voor mensen met een laag inkomen is dat een heel bedrag. Voor de ruim 700 huishoudens in West Betuwe die dit betreft gaat het echter wel om een fiks bedrag van ruim 180.000 euro dat we tekort komen als we de minima willen blijven ontzien.

Tijdens de raadsvergadering deed Jan als verantwoordelijk wethouder een groot mea culpa (nadat ik de vraag had gesteld hoe het nu precies zat) wat gelukkig goed werd ontvangen door de raad. Maar het gat moest wel gedicht. Op korte termijn was de enige oplossing om hiervoor geld uit de algemene reserves te halen. Tijdens een schorsing heb ik samen met griffie en een financiële man van de gemeente een amendement geschreven.

Ik ben in ieder geval blij dat mijn niet pluis gevoel klopte (de teksten waren echt wel lastig te doorgronden). Gelukkig hebben we het kunnen ‘repareren’. Voor 2025 is er geld dus minima hoeven niet vanaf 1 januari opeens een eigen bijdrage te betalen. Maar er moet nog wel een permanente oplossing gevonden worden voor het nu ontstane tekort.

Artikel 1 van de Grondwet, nu ook in het gemeentehuis

Ik was blij en ook best wel vereerd dat we voorafgaand aan de begrotingsraad (op 7 november) artikel 1 van de grondwet mochten onthullen in de hal van het gemeentehuis en dat ik de aanwezigen mocht toespreken.

Die onthulling deed ik samen met Jan de Geus (als wethouder antidiscriminatiebeoeid) mede-raadslid Gerrit de Jong (net als ik ambassadeur namens de raad van het gemeentelijke antidiscriminatie meldpunt Vizier) betrokken ambtenaren en onze burgemeester. Er kan niet genoeg aandacht zijn voor dit belangrijke grondbeginsel van onze Nederlandse staat. Wat ook de basis vormt voor waar ik en mijn mede D66’ers zich voor inzetten en blijven inzetten. Net als vele andere politici die zich in deze polariserende tijd hard maken voor een vrije samenleving waarin iedereen mag zijn wie die is.

Hieronder mijn speech.

“Op 9 juli is de motie over het zichtbaar maken van artikel 1 van de grondwet in dit huis aangenomen. Ik diende deze in namens D66 maar ook namens de twee overige antidiscriminatie ambassadeurs van onze gemeenteraad: Gerrit de Jong van Dorpsbelangen en Richard Hoogveld van de PvdA. Vandaar dat ik hier nu, namens ons drieën, het woord mag doen.

Iedereen die hier werkt, of je nu ambtenaar bent of wethouder, burgemeester of raadslid, heeft een belofte of eed afgelegd om de grondwet te respecteren. Dat iedereen in gelijke gevallen gelijk wordt behandeld is niet voor niets het eerste artikel. Het is een belangrijk fundament van onze rechtsstaat met de rechtspraak als hoogste orgaan.

In tegenstelling tot een politie of totalitaire staat waarin willekeur en terreur het leven bepalen. Gezien de huidige polarisatie in onze samenleving leek het ons belangrijk om artikel 1 van de grondwet onder de aandacht te brengen en houden. Niet iedereen vond dat nodig. Waarom daar geld aan uitgeven? Het werd ook wel als symboolpolitiek gezien.

Maar wat is daar mis mee? Symbolen dragen bij aan het groepsgevoel. Aan saamhorigheid. Daar kunnen we best wel wat meer van gebruiken. Symbolen verbinden. Denk alleen al aan Nederland en Oranje. Op Koningsdag. Als Oranje een wedstrijd speelt. Als de Nederlandse vlag in deze raadszaal hangt bij de naturalisatie van nieuwkomers. Die trots zijn om voortaan Nederlander te zijn.

Als diezelfde vlag hier buiten wappert op bijzondere dagen, met wimpel als het ons koningshuis betreft. Als hier buiten de regenboogvlag wappert, als steun voor die inwoners die zich lang niet altijd geaccepteerd voelen voor wie ze zijn. Best wel belangrijk gezien de uitkomsten van het onderzoek van onze jongerenadviesraad dat onlangs gepresenteerd is.

Als gemeenteraad hebben we ook onze eigen symbolen. Zoals de ambtsketen van onze burgemeester. Het elkaar de hand schudden voor de vergadering begint. Het tijdens de vergadering elkaar aanspreken via de voorzitter. En het portret van het staatshoofd in onze nieuwe raadszaal? Daar wachten sommigen van ons met ongeduld op.

Daar past het symbool van Artikel 1 van de grondwet hier op deze muur uitstekend bij. Vanaf vandaag voor iedereen die dit gebouw binnen komt, goed te lezen. Om ons allemaal eraan te blijven herinneren dat we in ons werk voor de inwoners en ondernemers van West Betuwe iedereen in gelijke gevallen gelijk behandelen en dat we discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, handicap, seksuele gerichtheid of op welke grond dan ook zullen tegengaan.”

‘Leve de Rita’s! Leve de bibliothecarissen!’

Vrijdag 11 oktober werd door de Provincie Gelderland in het Van der Valk hotel in Tiel de Dag van Gelderland gehouden. Waarom ik naar dit soort bijeenkomsten ga? Je haalt altijd informatie op en zo’n middag is ook een van ontmoeting met nieuwe en met bekende mensen. En ik had me aangemeld voor de sessie over de toekomst van de openbare bibliotheek. Mijn oude vak trekt nog steeds.

Naast interessante gesprekken (zoals met een wethouder ‘van buiten’ van een lokale partij in Doetinchem en kennismaking met de waarnemend burgemeester van Zaltbommel) was er de boeiende lezing van Karen van Oudenhoven- van der Zee (directeur van het Sociaal Cultureel Planbureau) die sprak over maatschappelijke veerkracht en pleitte voor het betrekken van burgers als medebeslissers, niet alleen als adviseurs. Voor de meerderheid van de gemeenteraad in West Betuwe een wel heel uitdagende stelling, zeker gezien de meningen over het burgerberaad. Ik was er volgens mij als enige vanuit die raad trouwens.

De sessie over de bibliotheek van de toekomst leverde mij twee verrassingen op. Gespreksleider was Eppo van Nispen tot Sevenaer, directeur van beeld en geluid, maar in een vorig leven directeur van de openbare bibliotheek Delft. Een van mijn oude werkplekken. Destijds was hij de opvolger van mijn ‘baas’ toen ik daar begin jaren 80 werkte. De centrale bibliotheek zat in een aantal grachtenpanden die onderling verbonden waren met heel veel trappetjes. Onder zijn leiding werd in Delft de openbare bibliotheek nieuwe stijl gebouwd en geopend.

Het meest bijzondere voor mij was die dag echter dat ik Mark Deckers, een van de sprekers van die sessie, persoonlijk ontmoette. Ik volgen hem al een aantal jaren op social media. We ontdekten zowaar een connectie in het verleden (de openbare bibliotheek in Neede). Hij vertelde er zelf over op Linkedin, voelde me daardoor vereerd:

‘Gisteren had ik de eer te mogen spreken tijdens de Dag van Gelderland. Een groot evenement voor relaties van de provincie Gelderland. Een gezelschap van gedeputeerden, statenleden, wethouders, gemeentesecretarissen en nog meer belangrijke mensen. Ik heb er vele gesproken. Maar het leukste? Dat is deze krullenbol naast me. Het is Rita. Ze zat bij me in de zaal. Ze is nu raadslid in West Betuwe. Maar begin jaren ‘80 was ze de bibliothecaris van Neede, de bibliotheek van mijn jeugd. De bibliotheek waar ik platen leende, mijn eerste geschiedenisboeken en de boeken van Campert, Van Kooten, Biesheuvel en mijn eerste fotoboeken. Allemaal zaken die mijn identiteit vormden. Wie weet hoeveel jongens en meisjes Rita zo geholpen heeft. Leve de Rita’s! Leve de bibliothecarissen!’

We bleken ook dezelfde werkgever gehad te hebben. Wat in het verleden de Provinciale Bibliotheekcentrale heette. Hij werkt nu bij de opvolger van die organisatie, Rijnbrink. Vorig jaar werd het 75-jarige bestaan gevierd (van pionier op het platteland tot partner in het cultureel en sociaal domein) en schreef hij het jubileumboek. Hij stuurde het mij met de post, met nog een boek van zijn hand over mejuffrouw Gehner die als enige openbare bibliotheekdirecteur in de oorlog uit principe haar werk neerlegde.

Over afval en sluipverkeer

De beeldvorming op 8 oktober werd in het dorpshuis van Waardenburg gehouden. Gezien een van de onderwerpen, de uitkomsten van de enquête van de provincie over sluipverkeer was die locatie heel toepasselijk. Eerder die dag en ook in de dagen daarvoor had het verkeer in en om Waardenburg vanwege problemen op de A2 weer eens volledig vastgestaan. Zelf was ik uit voorzorg ook maar op de fiets gekomen, je weet het tegenwoordig immers maar nooit….

Het eerste onderwerp die avond betrof de AVRI, onze afvalinzameling. Er wordt vaak gemopperd en geklaagd over ‘onze’ AVRI maar dat laat onverlet dat de AVRI belangrijk werk voor ons als inwoners van het Rivierenland verricht. Niet alles gaat altijd perfect, maar dan nog is het gemopper en geklaag vaak onterecht. Er wordt veel werk verricht om zoveel mogelijk afval apart in te zamelen waardoor zoveel mogelijk afval ook weer hergebruikt kan worden. Dat is in het belang van iedereen en toekomstige generaties. Er gebeuren mooie dingen, zoals het ambachtscentrum Cirtex waar mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt ervaring opdoen en tegelijkertijd gewerkt wordt aan het zoveel mogelijk hergebruiken van textiel dat ingezameld wordt. Zoiets opzetten gaat niet zomaar direct goed, maar draagt wel degelijk bij aan de circulaire samenleving waar we naar toe willen.

Waar de AVRI wel mee worstelt is het imago. Zowel bij inwoners als bij gemeenteraden (raadsleden zijn natuurlijk ook gewoon inwoners die met de AVRI te maken hebben). Een aantal jaar geleden leidden mogelijke financiële problemen rondom de oude vuilstort in Geldermalsen (waar nu een groot zonnepark en drie windmolens boven op staan) tot een onderzoek namens alle gemeenteraden in Rieverenland. Hoe het toch mogelijk was dat we (de directie/bestuur van de AVRI) die problemen niet hadden zien aankomen. Belangrijkste conclusie was volgens mij dat zowel directie, management als bestuur (en dat zijn de wethouders van de deelnemende gemeenten waarvoor AVRI werkt) onvoldoende ‘politieke sensitiviteit’ hadden.  Je mag dan nog zo goed zijn in je vak, nog zo gedreven om zo circulair mogelijk te worden, je moet dat verhaal wel kunnen uitleggen en soms ook iets minder hard van stapel lopen om iedereen aan boord te houden. En dat lijkt nog steeds een achilleshiel voor de directie. Wie het wel lukte was de afvalcoach van de AVRI die op mijn verzoek was uitgenodigd om zijn (enthousiaste) verhaal aan ons te vertellen. Ook over hoe omgegaan wordt met lokale ‘hotspots’ wist hij prima uit te leggen Misschien dat als de directie/bestuur iets meer naar de werkvloer zou kunnen luisteren om wat meer gevoel te krijgen bij de kritiek vanuit de samenleving/gemeenteraden. Al blijft de AVRI natuurlijk altijd een gemakkelijk doelwit om frustraties op af te reageren, helaas.

De septemberraad: over woningen en bomen

Bij de raadsvergadering van september leek het alsof we als raad niet veel gedaan hadden. Over drie ‘bespreekstukken’ werd snel besloten en ondanks een presentatie van de jongerenraad was de raadsvergadering al voor negen uur afgelopen. Niets was minder waar natuurlijk. Er waren namelijk ook een aantal zogenaamde ‘hamerstukken’. Daar hebben we in de oordeelsvormende vergadering van 10 september uitvoerig over gesproken en waren we al tot het oordeel gekomen dat hier niet nog een keer over gesproken hoefde te worden. Het betrof onder andere twee woningbouwlocaties. Een kleintje aan de Oudenhof in Geldermalsen, waar een kantoorpand ge getransformeerd gaat worden naar appartementen. En het centrumplan Haaften. Aan de Schoolstraat komen 16 appartementen waarvan 7 betaalbaar. Aan de Honekeskamo/Nelekeskamp 14 sociale huurwoningen, 7 betaalbare rijwoningen en 6 dure twee onder-een-kapwoningen. Bij elkaar dus 42 woningen. Fijn dat dit eindelijk van de grond lijkt te komen, wel jammer dat er zoveel tijd overheen gaat. 

Ook het programma bomen 2024-2034 is aangenomen. Met duidelijk meer inzet op het behoud en beschermen van de bomen in West Betuwe en het uitbreiden van het aantal. Dat meer beschermen van bomen is al zichtbaar in de gemeente. Zo wordt bijvoorbeeld nu al bij  werkzaamheden aan de weg (er worden met name vanwege de energieproblematiek aardig wat kabels aangelegd met het daarvoor nodige graafwerk) geëist dat nabij gelegen bomen goed beschermd worden. Op diverse plekken zijn dan ook nu al ‘ingepakte’ bomen te zien. Meer bomen en oudere bomen behouden zijn in feite van groot belang vanwege de klimaatverandering. Met het steeds warmer worden leveren bomen meer koelte op in wijken en dorpen. Een donkere wolk boven het geheel blijven wel de toekomstige gemeentefinanciën. Daarover nemen we in november besluiten bij het vaststellen van de begroting voor 2025 en verdere jaren.

De raadsvergadering mocht dan wel snel afgehandeld zijn, er werden voor de (toekomstige) inwoners van West Betuwe dus best wel heel belangrijke besluiten genomen.

Oproep aan de Provincie

Samen met de collega’s uit Buren, Zaltbommel en Maasdriel en andere D66-raadsleden uit Gelderse gemeenten, heb ik als D66 fractievoorzitter in de gemeente West Betuwe, alarm geslagen bij de Provincie Gelderland over de nieuwe Openbaar Vervoers-concessieplannen van die provincie. Terwijl Gelderland zich voorbereidt op de bouw van minstens 100.000 nieuwe woningen, dreigen de nieuwe afspraken met vervoersbedrijven juist te leiden tot een verslechtering van het busvervoer. Dat zet woningbouw en de bereikbaarheid van dorpen en woonwijken zwaar onder druk. Ook in West Betuwe waar de Openbaar Vervoersverbindingen in sommige kernen al uitermate slecht zijn. En daarmee ook de voorzieningen in grotere kernen, waar toch veel inwoners van afhankelijk zijn, heel slecht bereikbaar zijn.

Lees hier onze zorgen:

D66-raadsleden slaan alarm: problematische nieuwe OV-concessie zet 100.000 woningen op de tocht

Gelderland staat op het punt nieuwe afspraken te maken met vervoersbedrijven over het busvervoer. De eerste plannen daarvoor zijn alarmerend. Terwijl er in Gelderland minstens 100.000 woningen moeten worden bijgebouwd, wil het provinciebestuur het busvervoer terugschroeven. D66-raadsleden uit Gelderland maken zich zorgen en slaan alarm. Zij roepen de Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten op om nu verantwoordelijkheid te nemen en een koers te varen die recht doet aan de toekomst van ons openbaar vervoer en de toekomst van Gelderland.

De provincie vraagt Gelderse gemeenten om duizenden woningen te bouwen. Hierbij ligt de nadruk op autoluwe woonwijken die goed bereikbaar zijn met het openbaar vervoer. Goede bereikbaarheid is een randvoorwaarde voor woningbouw, maar de provincie doet geen enkele moeite om aan deze randvoorwaarde te voldoen. En een wijk zonder bushalte is als een eiland zonder brug: geïsoleerd en moeilijk bereikbaar voor de mensen die er willen wonen. Dit risico is er niet alleen bij nieuwbouwwijken. In de afgelopen jaren is er al steeds verder geknibbeld op het openbaar vervoer, vooral in de avond en de weekenden. De bus wordt hiermee steeds meer een tweederangs vervoersmiddel gemaakt. Het aantal bushaltes is in de landelijke gebieden de afgelopen jaren al aanzienlijk afgenomen en dit maakt een directe impact op het dagelijks leven van inwoners.

Dit is enorm tegenstrijdig. In het coalitieakkoord ‘Gelderland gewoon doen’ pleit de Gelderse coalitie namelijk expliciet voor meer aandacht voor busvervoer in het buitengebied. Toch maken de nieuwe plannen een zorgwekkende verschuiving zichtbaar. Zo dreigt buslijn 33, de enige verbinding voor dorpen zoals Gendt en Doornenburg, in het weekend te verdwijnen omdat dit niet meer verplicht is voor de vervoerder. Dit is onacceptabel. Zonder weekendbussen raken mensen die geen auto hebben, zoals ouderen en jongeren, geïsoleerd. Ze zullen hun sociale activiteiten niet meer kunnen bereiken, wat de leefbaarheid van deze dorpen ernstig aantast.

Daarnaast biedt de provincie de ruimte aan alternatieven voor regulier busvervoer en wordt er gesproken over innovatie door partijen die openbaar vervoer slimmer willen aanpakken. Maar wat zijn die alternatieven? En welke partijen hebben zich al gemeld? Het lijkt erop dat we eerst oude schoenen weggooien voordat er nieuwe zijn. Dit geeft marktpartijen te veel vrijheid, zonder duidelijke richtlijnen en eisen. Dit creëert onzekerheid voor inwoners over de toegankelijkheid van hun woningen.

We bevinden ons op een kantelpunt. Het is onbegrijpelijk dat in een tijd met enorme woningbouwopgaven en mobiliteitsbehoeften, het openbaar vervoer verschraalt. D66-raadsleden uit Gelderland luiden de noodklok en roepen de provincie op om nu haar verantwoordelijkheid te nemen. Zorg ervoor dat de nieuwe concessie niet alleen draait om de laagste kosten, maar om de toekomst van het openbaar vervoer. We vragen de provincie om meer garanties te geven voor het behoud van buslijnen om te zorgen voor een uitgebreid en betrouwbaar openbaar vervoersnetwerk dat voldoet aan de behoeften van alle inwoners.

Ondergetekenden van de brief:

– Sophie den Ouden: D66-raadslid gemeente Nijmegen (opsteller en contactpersoon)

– Joris Brandts: D66-raadslid gemeente Arnhem

– Radboud van Hal: D66-raadslid gemeente Wageningen

– Brandon Brom: D66-raadslid gemeente Lingewaard

– Henk Kohsiek: D66-commissielid gemeente Ede

– Bouwien ten Bokum: D66-fractievoorzitter Apeldoorn

– Marleen van der Meulen: D66-raadslid gemeente Lochem

– Jonna Termorshuizen: D66-raadslid gemeente Overbetuwe

– Loes ten Dolle: D66-fractievoorzitter gemeente Winterswijk

– Maikel Lukkezen: D66-fractievoorzitter gemeente Wijchen

– Jos Verstegen: D66-raadslid gemeente Berg en Dal

– Veronica Canoy: D66-raadslid gemeente Beuningen

– Rita Boer Rookhuiszen: D66-fractievoorzitter gemeente West Betuwe

– Alda van Zijl Hoek: D66-fractievoorzitter gemeente Buren

– Eugenie Ketting: D66-fractievoorzitter gemeente Doetinchem

– Freddy van Dijken: D66-fractievoorzitter gemeente Montferland

– Joost Drijvers: D66-raadslid gemeente Zaltbommel

– Tom van Engelen: D66-raadslid gemeente Maasdriel

– Jeroen Hollema: D66-fractievoorzitter gemeente Aalten

– Bernadette Smelik: D66-fractievoorzitter gemeente Heumen

– Erwin Kwakkel: D66-fractievoorzitter gemeente Hattem

– Monique Abbink: D66-fractievoorzitter gemeente Westervoort

– Fedor Cuppen: D66-fractievoorzitter gemeente Renkum

– Yvonne ten Holder: D66-fractievoorzitter gemeente Zutphen

– Erik Roumen: D66-fractievoorzitter gemeente Rheden

Het burgerberaad, niet de ‘inwoners’ aan de macht maar de kracht van de burger

Met een lange voorbereiding konden we dinsdag 3 september onze eerste expertmeeting houden over het zogenaamde burgerberaad. We gaan de avond nog evalueren maar wat mij betreft heeft deze wel het doel bereikt dat ik voor ogen had. Samen met de griffie en Renske en Lydie van GroenLinks hebben we de bijeenkomst voorbereid, daarbij ondersteund door mensen van het team Burgerberaad. Na een aantal fysieke en digitale voorbereidende gesprekken kunnen we terugkijken op een geslaagde avond.

De belangstelling van inwoners had wat mij betreft groter mogen zijn (mijn ruim 80-jarige vriendin die ik had meegesleept deed gelukkig wel haar mond open, maar verder geen niet direct betrokken inwoners gezien) maar de aanwezige politici kregen een goed beeld van wat een burgerberaad betekent. Dat drie mensen vanuit buurgemeente Vijfheerenlanden uitleg gaven was zeker behulpzaam.

Het telefonisch interview met het Kontakt leverde niet helemaal het resultaat op dat we hadden gedacht. Dat kopte uitdagend van ‘Inwoners aan de macht’. En dat is nou net niet de essentie van een burgerberaad. Dat ‘instrument’ zet je in als er een onderwerp is waar je als politiek niet goed uitkomt. En waarbij je de kracht die in de samenleving onder inwoners zit benut om tot een goed gedragen oplossing te komen. Niet iets om lichtvaardig in te zetten – daar is het ook veel te duur voor en het vraagt ook best wat van de deelnemers. Wel goed om in gedachten te houden. Wie weet zetten we het ook een keer in West Betuwe in.

Deze week ook nog de regionale agendacommissie (van de Regio Rivierenland) in Tiel bijgewoond. Opvallend, afgezien van de mensen van de regio en onze plv griffier Katinka en ondergetekende waren alle anderen mannen…..waarom zijn er eigenlijk geen vrouwelijke raadsleden voor deze commissie te vinden?